Op het sectorcomité II van deze week kregen we de feedback van het directiecomité over onze talrijke bemerkingen op het ontwerp van de omzendbrief telewerk.

 

De nieuwe regels rond telewerk zullen pas worden ingevoerd vanaf 1 januari 2025.

Het management blijft vasthouden aan twee dagen verplichte aanwezigheid op kantoor, waarvan 1 teamdag waarop alle medewerkers in principe moeten aanwezig zijn en 1 dag vrij te kiezen, rekening houdend met de dienstnoodwendigheden. 

Niettemin werden een aantal zaken genuanceerd, hieronder de algemene principes.

 

Klassieke opleidingen, dienstopdrachten, teambuiding en syndicale verloven worden gelijkgesteld met een dag op kantoor. Dit geldt echter niet voor een werkdag in een satellietkantoor.

De minimale aanwezigheidsduur van 6 uur op een kantoordag vervalt, maar er moet tijdens de normale kantooruren een “substantiële hoeveelheid” tijd op kantoor worden doorgebracht (zowel in voor- als namiddag).

 

Wanneer je in een welbepaalde week minder dan 4 dagen werkt, moet je minimum één dag verplicht aanwezig zijn op kantoor, bij voorkeur op de teamdag. Deze regel geldt onafhankelijk van het werkregime.

 

Indien dit past in het belang van de dienst, wordt er een zekere flexibiliteit gegeven door ook voor weken dat je 4 of meer dagen werkt, uitzonderlijk de mogelijkheid te voorzien in overleg met je functionele chef de verplichte aanwezigheid op kantoor te beperken tot één dag.

 

De teamdag is niet noodzakelijk een vaste weekdag. Deze kan variëren en wordt bepaald in overleg met het team.

 

De lijst met niet-telewerkbare functies blijft ongewijzigd, maar voor welbepaalde activiteiten wordt toch een beperkte mogelijkheid voorzien om te telewerken.

 

Er zal ons een aangepaste versie van de ontwerptekst worden bezorgd, waarop wij dan ons standpunt moeten geven.

Veel van de door ons naar voor gebrachte argumenten, blijven onbeantwoord of worden genegeerd.

 

Voor het VSOA kan een verhoogde frequentie van aanwezigheid in bepaalde functies zinvol zijn.

Er is echter meer nuance nodig en een hogere flexibiliteit dan wat wordt voorzien in wat nu voorligt.

 

Ook is het voor het VSOA onaanvaardbaar dat de regel van jaarlijks maximaal drie vijfden telewerk van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is, kunstmatig zou worden uitgehold zonder dat er hiervoor dienstnoodwendigheden bestaan.